Hoe ik simpel leef
Simpeler leven, het is soms gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ons moderne leven ziet er “nu eenmaal” op een bepaalde manier uit. Uit huis gaan werken, kinderen naar school brengen, rondrijden, file, ons eten in de winkel gaan kopen, smartphones en computers, aan een bureau zitten om ons geld te verdienen, antwoorden op een stroom van berichtjes, …
Soms vraag ik me af of dat nu eigenlijk “echt” leven is. Het is een beetje artificieel. Nogal druk. Veel gedoe. En het heeft weinig van wat voor mij als “het echte leven” aanvoelt. Zoals wij mensen normaal zouden leven in de natuur. Veel buiten zijn. In de frisse lucht. Met de handen in de aarde. Je eigen eten telen. Wat dieren houden. Zwoegen, bewegen en zweten. Thuis leven en thuis werken. Dichtbij je eigen kinderen. Met een simpel buurtschooltje. En een dorpsgemeenschap die elkaar helpt.
Je eigen truien breien. Leven op het ritme van de dag en van de nacht. ‘s Winters bij het haardvuur. ‘s Zomers op het land.
Eten van het seizoen. Lekker en puur, zoals de natuur het bedoeld heeft.
Stel ik het mij te romantisch voor, dat simpele leven? Waarschijnlijk wel. Maar toch heb ik het gevoel dat het ons deugd zou doen om een beetje meer in die richting op te schuiven. Terug wat meer met onze voeten op de aarde te komen. Terug te komen bij wat “echt” is.
Ik wil niet terug naar het stenen tijdperk. Ik ben dankbaar voor riolering, douches, sociale zekerheid, muziek, mensen, en veel meer. Maar meer van vroeger daarbovenop, dat lijkt mij goed.
Zoals een eigen groentetuin. Misschien wat kippen. Zelf terug dingen maken (DIY) en creatief zijn. Deeltijds werken zodat er ook tijd is om buiten bezig te zijn. Dat mogelijk maken door een wat simpeler huis dat minder kost, minder consumeren en minder bling bling. Je niet opvullen met spullen maar met eenvoud.
Ik probeer zo goed als ik kan terug meer naar de eenvoud te keren. Terug naar de natuur.
Mijn vriend en ik wonen in een klein dorpje in de Pyreneeën. Ons huis heeft minder gekost dan huizen dichtbij grote steden, waardoor de lening niet zo zwaar weegt en we wat minder kunnen werken. Dat creëert tijd. Tijd voor wandelingen in de prachtige natuur hier, tijd voor pottenbakken, tijd voor koken.
Ik werk deeltijds in een stadje op een half uur rijden van hier. In een buitenschoolse kinderopvang. Dat doe ik graag. Mijn vriend is ondernemer en werkt van thuis.
Ons huis heeft maar een mini tuintje, maar vanaf dit jaar mag ik een stukje grond gebruiken van een leegstaande gîte in de buurt, voor een groentetuin!
We doen onze boodschappen op het marktje hier in de buurt, bij de lokale boeren, en in de biowinkel. We geven meer geld uit aan gezond, natuurlijk eten en minder aan uitstapjes naar restaurants, cinema’s of verre reizen. We missen dat niet.
We verwarmen ons huis alleen met de houtkachel. In de winter gaan we ‘s avonds vroeg naar bed, en we staan vroeg op. De kachel en een klein lampje bieden genoeg licht om in de donkere uurtjes te lezen. Soms kijken we naar een film of een serie op de laptop.
We hopen in de toekomst te kunnen verhuizen naar een wat ruimer huis met een grotere tuin, wat dichter bij een klein stadje, zodat ik daar thuis activiteiten voor kinderen kan organiseren (een kinderboerderijtje). Zo zou ik niet meer naar de stad moeten rijden voor werk en zou ik mij het simpele, natuurlijke leven nog meer eigen kunnen maken.
Dat lijkt mij wel het toppunt van een simpel leven. Thuis je geld verdienen terwijl je in de tuin werkt, je eigen eten teelt, je dieren verzorgt. Zo’n omgeving is tegelijk een geweldige speel- en leerplek voor kinderen. Ik maakte een financieel plan voor dit idee en het lijkt zeker mogelijk om hier voldoende inkomsten uit te halen, als je ook een partner hebt die werkt en als je je uitgaven voor de rest simpel houdt.
Dat zijn dromen voor later. Op dit moment … geniet ik van mijn simpel leventje hier en nu…
Zomertuin in een glaasje
Het is winter. Bij het schrijven van deze zinnen zit ik binnen, bij het warme haardvuur. De goesting om naar buiten te gaan is er niet. Achter het raam toont zich een grijze, mistige regen. Nee, dankjewel! Maar deze middag, een kort moment, was het eventjes terug zomer. De frisse roze kleur van frambozen uit de diepvries (nog niet uit eigen tuin, maar binnenkort wel!), verwerkt tot een smeuïge mousse in een glaasje, fleurde het winterleven op. En wat werd ik er blij van!
Ik geloof in eten van het seizoen. Recht uit het veld op het bord. Het is tenslotte zo dat de natuur het bedoeld heeft. En ik kan de soms wat duffe wintergroenten uit onze streken zeker waarderen! Pastinaak, knolselder, warmoes, pompoen, … Met een snuifje kunde, lekker klaargemaakt, doen ze me watertanden in een dampend bord dat goed is voor de ziel.
Maar soms, ja soms, mag het al eens wat extravaganter zijn. Bijvoorbeeld op Kerstfeestdagen of zomaar gewoon, omdat al die grijzigheid doet snakken naar de zon. Naar een warme zomerdag, waarop je met blote voeten in het gras rondsnuffelt in de frambozenstruiken.
Recept voor frambozenmousse:
verse (of in de winter ontdooide bevroren) frambozen
griekse yoghurt
een beetje witte suiker, naar smaak
Meng alles met een staafmixer in een beker of hoge bokaal (ik houd mijn vrije hand rond de mixer, boven de opening, om spatten te vermijden). Je kan zoveel of zo weinig frambozen toevoegen als je wilt, naargelang hoe sterk je wilt dat het naar frambozen smaakt, en hoe fel roze je de kleur wilt. Doe er wel niet te veel frambozen bij omdat het anders te lopend wordt. Ga geleidelijk aan. Doe in een glaasje.
Je kan ook een frambozencoulis maken en deze bovenop de mousse lepelen. Hiervoor meng ik frambozen met een beetje witte suiker. Ik plet de frambozen met een lepel en roer de suiker erdoor, totdat ik de textuur fijn genoeg vindt.
Als je dit recept in de zomer eet, leg je er een paar hele verse frambozen bovenop voor de versiering. Eventueel wat muntblaadjes.
Variant: wil je het romiger, dan kan je mascarpone toevoegen. Wil je het feestelijker, dan kan je er nog wat verkruimelde boterkoekjes over strooien.
Ps: Ik kies hier voor witte suiker omdat die neutraal is van smaak. Gezondere suiker zoals kokossuiker of rapadura geeft een zware karamelsmaak die het frisse van de frambozen wegneemt. Honing zou er lekker bij zijn maar dat mengt niet zo goed. Gezien er niet veel suiker in dit recept zit, mag het gerust witte zijn voor mij.